Uitgelicht deze maand
Elke maand zetten we de schijnwerper op een museum- of archiefstuk, of werpen we anderszins een blik in het verleden, om zo het vroegere leven in Goirle tastbaar te maken. In september/oktober 2016 kijken we naar: Afscheid van Goirle door een ingekwartierd militair (1915)Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 werd het Nederlandse leger gemobiliseerd. Troepen werden aan de grenzen van het land geconcentreerd waardoor er en ook in Goirle grote hoeveelheden militairen bij de bevolking werden ingekwartierd (zie ook bijv. de Uitgelicht over de grenswacht op Rovert). |
![]() |
Nederland kon neutraal blijven, maar al die militairen moesten wel bezig worden gehouden. Speciale onderdelen van het leger werden ingezet om de troepen wat afleiding en vermaak te bezorgen. De schrijver van bovenstaande afscheidsbrief was een van manschappen die met humoristische voordrachten en muziek avondprogramma’s voor de soldaten vulde. |
Hij tekent als Ernest Poestkoke, waarschijnlijk een pseudoniem voor soldaat Poetskoper, afkomstig uit Amsterdam. Een stadse jongen die het plaveisel van de Weteringschans gewend is, en die hier door de onverharde Kalverstraat sloft. Als zijn onderdeel wordt overgeplaatst (nov. 1914) neemt hij afscheid van Goirle, en dan slaat toch de weemoed toe: “Nergens drink je zóóveel koffie … Nergens zijn de lui zóó vriend’lijk”. Hij en zijn kameraden nemen zich voor om elk jaar terug te komen voor een reünie. In november 1915 is dat de eerste keer. Ter gelegenheid daarvan schrijft hij deze ballade. |
Afscheid van Goirle (1 Nov. 1915) ’t Is precies een jaar geleden, Veel heeft zich hier niet veranderd, Goirle kreeg me een bestrating Goirle heeft voor mij bekoring, Wij, artisten, muzikanten, In dit allerlaatst coupletje Ernest Poestkoke. |
Terug naar boven |