Elke maand zetten we de schijnwerper op een museum- of archiefstuk, of werpen we anderszins een blik in het verleden, om zo het vroegere leven in Goirle tastbaar te maken. In mei 2016 kijken we naar:

Het wonder op de Voorhei (1941)

Pinksterzondag 1941 (1 juni). Een mooie zomerse dag en men realiseert zich terdege dat een jaar geleden, met Pinksteren 1940, de Duitse bezetting begon. In de marge van dit grote gebeuren, aan de rand van Goirle ontstaat ophef over een wonder, een heus wonder!

De Vurhaai, hoek Nieuwkerksedijk (links) en Rielsedijk/Wittendijk (recht vooruit), kort voor de afbraak in de jaren '60. Let op: verharde straten, electrische straatverlichting, tv-antennes.

De Veurhaai, hoek Nieuwkerksedijk (links voor het huis langs) en Rielsedijk/Wittendijk (recht vooruit), kort voor de afbraak in de jaren ’60. Let op: verharde straten, electrische straatverlichting, tv-antennes. In het huisje links woonde Tilleke Jansen met haar vader Kees. Tijdens de bevrijding van Goirle in oktober 1944 heeft de buurt er drie weken in de kelder geschuild. Voordat de electrische straatverlichitng kwam stond hier op de hoek de enige gaslantaarn van de Voorhei.

Tilleke Jansen, op de Veurhaai, aan de Nieuwkerksedijk, wordt ’s morgens wakker en ziet dat het Theresiabeeldje in de hoek van haar kamer in de sneeuw staat. ’t Is echt waar! Als ze wat sneeuw van het beeldje af veegt, zit er binnen de kortste keren weer nieuwe op. Het gerucht verspreidt zich als een lopend vuurtje door het dorp: “Hedde ’t al geheurd? Op de Veurhaai is ’n wonder gebeurd!” Het dorp loopt uit. Er vindt niet elke dag een wonder plaats, en zeker niet in Goirle! De vorige wonderbaarlijke verschijning dateert van 1616 (het visioen van Neelken van Gorkum).
Iedereen wil het wonder met eigen ogen aanschouwen. De mensnen verdringen zich voor, ja, in het huis. Het duurt niet lang of ook kerkelijke vertegenwoordigers willen er het fijne van weten. Pater De Groot van Nieuwkerk komt kijken, pastoor Pessers met zijn kerkmeester. Zelfs pastoor Mutsaers in Tilburg, de latere bisschop, wordt op de hoogte gesteld. De kerkmeester van pastoor Pessers neemt het beeldje mee en onderzoekt het nauwkeurig. De sneeuw blijkt een schimmel te zijn. Het gipsen beeldje is schoongemaakt met surrogaatzeep, of vervuilde zeep waardoor zich op het gips een schimmel  kon ontwikkelen. Het wonder was daarmee de wereld weer uit.
En het had misschien zo mooi kunnen zijn. Goirle een bedevaartsoord. Het schijnt dat Doris Couwenberg de ijscoman al visioenen had van een basiliek aan de Veurhaai, met hotels, café’s, een processieveld en wat al niet.
Bronnen:

J.C.J. Hoogendoorn, “Het wonder op de Voorhei in het bezettingsjaar 1941”, in: Rond de Schutsboom 4:3 (okt. 1984) 7–9.

Willem Spann, “De Voorhei 50 jaar geleden”, in: Rond de Schutsboom 11:2 (okt. 1991) 35–38. (Spann verwijst ook nog naar een versie van het verhaal in Parochie in beweging. 25 jaar parochie H. Geest, 1991).

Ad van de Ven, “De Voorhei in de jaren vijftig”, in: Rond de Schutsboom 31:1 (mei 2011), 33–37.

Terug naar boven