Elke maand zetten we de schijnwerper op een ander museum- of archiefstuk om zo het vroegere leven in Goirle tastbaar te maken. Deze maand, mei 2015, de schriftelijke verklaring over:

Het visioen van Neelken van Gorcum (1616)

aanwezig in het RAT (Schepenbank Tilburg en Goirle (toeg.14), doos varia 36B (28-4-1616), opgediept door John van Erve (zie onder).

beschrijving uit Neelken's verklaring van de leeftijd en kleren van de gedaante

beschrijving uit Neelken’s verklaring van de leeftijd en kleren van de gedaante

Goirle, woensdagmorgen 27 april 1616. In het gezin Van Gorcum-Soffaerts moeten ook de kinderen de handen uit de mouwen steken. Vader Dirck is al een paar jaar dood. Moeder staat er alleen voor. Ze stuurt haar dochter Neelken met een spaaij naar het land om wat voer te gaan steken. Neelken is bijna dertien. Ze is, zo vermeldt het proces-verbaal later, goed opgevoed en doet wat haar moeder haar gevraagd heeft. Eenmaal op het land, ergens tussen ’t dorp en de kerk, vindt er een wonderbaarlijke gebeurtenis plaats. Terwijl ze aan het werk is krijgt ze een visioen. Ze ziet de gedaante van een jong meisje, vier of vijf jaar oud. De gedaante droeg een habijt sneeuwwit lijwaet, met boven een lijfken ende beneden een vrouwen rocxken, afgezet met drie witte boortkens. De gedaante komt bij Neelken zitten. Die schrikt een beetje, maar ze raken in gesprek:Neelken: O, lieve heer Jezus!Gedaante: Pluckt ghij al?Neelken: Zeker.

Gedaante: Hoeveel koeij hebt ghij?

Neelken: Eén koe.

Gedaante: Leeft uwen vader noch?

Neelken: Neen.

Gedaante: Leeft uw moeder noch?

Neelken: Ja.

Terwijl de gedaante Neelken aanspoort te bidden en vervolgens de hoop uitspreekt dat Onze Lieve Heer haar zal verhoren, gaat Neelken verder met haar werk. Als ze weer opkijkt is de gedaante verdwenen.

Later verklaart Neelken dat de gedaante geen hoofd, armen en benen had. De akker waar dit zich afspreelde lag tussen de kerk en het dorp, d.w.z. het akkergebied dat op de kaart van Zijnen wordt aangeduid als de Wilden Acker.

De Wilden acker tussen Kerk en 't Dorp, links van de huidige Kerkstraat (kaart van Zijnen, 1760)

De Wilden acker tussen Kerk en ’t Dorp, links van de huidige Kloosterstraat (kaart van Zijnen, 1760)

Het gerucht gaat al gauw het dorp rond. De schout, Jan de Roy, wil er het zijne van weten en laat de volgende dag een proces-verbaal opmaken door pastoor Van Dun, schepen Lenaert van Nerven, en de kerkmeesters Michiel Meijnaerts en Wouter van Nerven. Dankzij de gedetailleerde verklaring is deze gebeurtenis beschreven en bewaard gebleven.Er wordt tijdens deze ontmoeting vrome taal gesproken en deze verschijning had er zo maar toe kunnen leiden dat Goirle en de Wildacker een bedevaartsoord was geworden. Zie je het voor je? Maar de omstandigheden zaten niet mee: de reformatie heerste in Nederland, er was geen sprake van een wonder, en ja, een een kind zonder hoofd, armen en benen, dat is misschien iets te bizar voor een stichtelijke bedevaart.
Pierre van Beek (in het Nieuwsblad) en J. Hoogendoorn (in Rond de Schutsboom) besteedden eerder aandacht aan het visioen van Goirle. Het is te danken aan John van Erve dat we alle details weer kennen. Hij vond de bewuste verklaring van Neelken in het Tilburgse archief en vertaalde de tekst. Onduidelijkheden en details uit de stukken van Van Beek en Hoogendoorn kon hij zo verbeteren en aanvullen.
Bronnen: John van Erve, “Wonderbaarlijk visioen in Goirle”, op de site van Cubra, hier te raadplegen. Met aanvullingen op Van Beek en Hoogendoorn en genealogische informatie over de betrokkenen.Pierre van Beek, “Document in Tilburgs gemeentearchief”, in: Nieuwsblad van het Zuiden 18 april 1974, (beschikbaar op de site van Cubra, klik hier). J.C.J. Hoogendoorn, “Een visioen in Goirle”, in: Rond de Schutsboom 11.2 (1991), p. 6–8. Hoogendoorn verwijst nog naar Janson’s Bijdragen tot de geschiedenis van Goirle (zonder een concrete plaats te noemen).
Terug naar boven