Thema A
Expositie
In de permanente tentoonstelling van het museum zijn de volgende thema’s uitgewerkt:
THEMA A: De historie tot ca 1800Het ontstaan van GoirleWaarschijnlijk is dit deel van Brabant vanaf de prehistorie steeds bewoond geweest. Waar er sprake was van een hoogte in de buurt van een waterloop kon er zich een nederzetting handhaven. Bij het riviertje waren dan beemden, die het vee van gras en hooi voorzagen en van voldoende water. Op de hoogte waren akkertjes en had men een stevige ondergrond voor de huizen. Glas in loodramen van de adellijke families Veel informatie over het oude Goirle is te vinden op de volgende landkaarten waarvan kopieën in het museum zijn opgehangen: |
|
Kaart Diederik Zijnen
In 1732 gaf de Heer van Tilburg en Goirle, Gijsbertus Graaf van Hogendorp landmeter Daniel Verhoeven opdracht het gebied in kaart te brengen.Diederik Zijnen vervaardigde daarna in 1760 een kaart van 3.15 m bij 4.15 m die in het Kasteel van Tilburg (Hasselt) kwam te hangen. Hij is opgebouwd uit 30 vellen (in zeer slechte staat, onlangs ingescand en gedigitaliseerd). Hier hangt een kopie van een nagetekend exemplaar gemaakt in 1963. |
Detail Kaart Diederik Zijnen
|
Kaart van Brabant
Brabant was een zee van heide, zandverstuivingen en veel drassige gebieden (Namen: Goor, Mortel, Hees, Ven, Wildert, Berg, Hovel enz.). Behalve bij de nederzettingen en enkele landgoederen (Gorp) was het een grote boomloze vlakte. Tot de aanleg van de Poppelse weg (1853) ging het vrachtverkeer naar België via de Watermolenstraat en via de Roovert waar het douanekantoor bij de Ley stond, die daar de grens vormt ( zie de maquette). Beekdalen en de zandverstuivingen waren voor karren vaak onneembare barrières. |
Detail Kaart van Brabant
|
Het stenen tijdperkVoor deze omgeving blijven de vondsten die getuigen van menselijke activiteiten beperkt tot het Neolithicum (van 4300 tot 1700 voor Chr). Steen werd al dan niet bewerkt gebruikt voor allerlei doeleinden: bereiding van voedsel, schoonschrapen van dierenhuiden, houtbewerking, jacht, enz. |
|
BodemvondstenBij het in kaart brengen van de oude geschiedenis zijn bodemvondsten de belangrijkste informatiebron. De bodem van Goirle lag (en ligt) bezaaid met aardewerk (vaak scherven) die het zeer waarschijnlijk maken dat de streek vanaf de bronstijd altijd bewoond is gebleven. Het museum beschikt over een aantal urnen, maar ook over een grote hoeveelheid scherven: Urnen gevonden in de bodem van Goirle Urnen die door het bewerken van de bodem vernield zijn maar ook kapotte vaten, kommen en schalen die werden weggegooid. Deze zijn vaak het enige wat uit bepaalde perioden niet vergaan is in de bodem. Het museum beschikt over een groot aantal scherven uit diverse perioden: Germaanse urnen maar bv. ook Gallo-Romaanse. |
|
Overblijfselen van woningen en sporen van bewoningEr zijn talrijke sporen van bewoning gevonden(bodemverkleuringen die de plaats van houten palen aangeven en potscherven), verder is zo’n beetje alles vergaan behalve wat zich onder de grondwaterspiegel bevond. Hoe de huizen van de ‘gewone man’ er tot ca 1800 uit gezien hebben is niet zo duidelijk. Mogelijk plaggenhutten, vaak ‘een-kamer-huisjes’. Geen fundering, een skelet van balken, daarop een strodak en wanden van fitsel (gevlochten wilgentwijgen bestreken met leem). Men kon dus ook in letterlijke zin eenvoudig ‘verhuizen’. In betere tijden kwam er soms een schoorsteen. De stenen werden in de buurt gebakken in veldovens. |
|
Bijzondere vondsten |
|
Grafheuvels Regte Heide De heuvelgroep werd ‘De vijfberg’ genoemd. In 1935 ontdekte Dr. A. van Giffen nog een zesde exemplaar. De wijze waarop de heuvels toen door de universiteit van Groningen zijn onderzocht ziet men bij de kleine maquette. Er zijn sporen van tenminste 16 graven in de heuvels ontdekt. |
|
De grafheuvels waren veelvuldig ‘geplunderd’ door nieuwsgierigen, maar waarschijnlijk ook omdat bijvoorbeeld brons nu eenmaal een zeldzaam kostbaar materiaal was. De heuvels waren opgebouwd uit plaggen die aangeven dat het gebied toen al een heide was.Wie bouwden deze heuvels? De verschillende soorten graven duiden erop dat er misschien wel meerdere volkeren betrokken waren. Het kringgreppelgraf heeft alleen soortgenoten in Zuid-Engeland (bij Stonehenge ) en ook het tin (in het brons) is daarvan afkomstig. Een stuk bronzen bijl daarentegen stamt waarschijnlijk uit Duitsland. | |
De bedoeling van de paalkransen (voor wat het waard is):
|
|
Waterputten | |
Rossenput In de put is de volgende opbouw gevonden: Duiker |
Boomput; vindplaats Grote Akkers
|
Bron Tekst voor rondleiders. Heemkundige kring “De Vyer heertganghen” Goirle |