Langsdeelschuur
De grote schuur op het heemerf is een Vlaamse schuur van het zogenaamde langsdeeltype. Bij dit type bevindt de deel (dors-, en/of werkvloer) zich naast de tas (hooiopslag) en het onderscheidt zich daarmee van het dwarsdeeltype. Vanuit Vlaanderen heeft het langsdeeltype eind zeventiende eeuw ook in West-Brabant ingang gevonden op plekken waar de veeteelt aan belang won. Voor een groeiende veestapel was meer hooi nodig die efficiënter in een langsdeelschuur opgeborgen kon worden. In Alphen-Oosterwijk, op de
|
|
hoek van de Oosterwijksestraat en Oude Rielseweg staat nog een fraai exemplaar van dit type in het wild.
De schuur stond eerst in Oosterhout, bij de grens met Rijen, en is daar in 1972 door heemleden afgebroken en in Goirle weer opgebouwd. Al is het van origine geen Goirlese schuur, door een speling van het lot bestaat er wel een historische relatie tussen Goirle en juist deze schuur. Oorspronkelijk is ze namelijk gebouwd als schuurkerk voor de katholieken van Bavel. Na de vrede van Münster hadden de Bavelse parochianen gebruik kunnen maken van een ruimte in kasteel IJpelaar om hun geloof uit te oefenen. Toen de toeloop te groot werd, mochten ze in 1683 op het terrein van het kasteel deze schuurkerk bouwen. |
|
In 1684, een jaar na de bouw, wordt Antonius Crols, geboren in Goirle, benoemd tot pastoor in Bavel. Antonius Crols was in 1649 geboren als zoon van Adriaan Crols en Ida van Dijck. Zijn ouderlijk huis was het Pannenhuijs, gelegen naast de kerk waar nu verpleeghuis St. Elisabeth staat. In 1677 wordt hij tot priester gewijd en tussen 1684 en 1722, het jaar van zijn overlijden, zal hij als Bavels pastoor op kasteel IJpelaar blijven wonen. Als pastoor van
|
|
de Bavelse en Heusdenhoutse katholieken heeft hij in deze schuur decennia lang de mis opgedragen. Ook Crols’ opvolger, zijn neef Hendrik van der Sande, geboren in 1678, is uit Goirle afkomstig. De schuurkerk noemt hij een oratorium nitidum, een schitterend gebedshuis, wat goed te begrijpen is als we ons realiseren dat hij de beschikking had over een ruime schuur die op dat moment tot de modernste in de streek behoorde. De schuur blijft als kerk in gebruik tot 1743 wanneer er een nieuwe schuurkerk
|
opbouw van de schuur op het heemerf |
opgetrokken wordt op de akker “de Braecke” aan de rand van Bavel. Tot 1852 is de schuur hoogstwaarschijnlijk als boerenschuur bij kasteel IJpelaar in gebruik gebleven, maar in dat jaar wordt ze overgeplaatst naar Oosterhout, op de grens met Rijen. Dit jaartal staat in het gebint van de schuur gekerfd. 120 Jaar later verwerft de heemkunde kring de schuur uit
de voormalige schuurkerk bij kasteel IJpelaar anno 1789 |
|
handen van de kinderen Havermans, en wordt ze opgebouwd op pastoor Crols’ geboortegrond. Vormde ze eerst een toevluchtsoord voor gelovigen, deed ze daarna dienst als boerenschuur, nu wordt ze door het heem gebruikt voor lezingen, bijeenkomsten en als tentoonstellingsruimte voor boeren werktuigen en is het een gemeentelijke trouwlocatie.
|
|
Details |
jaartal in de gebintstaander
|
linden voor de schuur
|
omdat het verleden kleur kan geven
|
Bronnen J. van Gils, “Drie Bavels pastoors en hun erfgenamen”, in: De Brabantse Leeuw 24 (1975) (no. 1–2), p. 26–31 en De Brabantse Leeuw 24 (1975) (no. 3–4), p. 33–43. Joseph Wijdemans, “Van kerkschuur tot heemschuur”, in: Rond de Schutsboom 8 (no. 1, juni 1988), p. 33–40. Joseph Wijdemans, “Pastoor Antonie Crols”, in: Th. Kemmeren en N. de Vries (eindred.) Goirlenaren en hun geloof, Goirle: Heemkundige Kring De Vyer Heertganghen, 1995 (Jaarboek 1995), p. 72–75. |