Schatten uit ons museum – 68 – Muizenval
Wij wonen in een dorp dat vanaf het jaar 1200 steeds groter is geworden. Daardoor hebben we steeds meer terrein in beslag genomen waar eerst andere bewoners hun domicilie hadden. Een van die andere bewoners was de muis. In de natuur proberen ze steeds ergens hun kostje te vinden maar als het op een dienblaadje aangeboden wordt, ja dan ga je niet moeilijk doen. Zo ook in schuren en kippenhokken en bij de mensen in huis vonden deze kleine dieren altijd wel iets van hun gading. Maar dat vonden de bewoners dan weer niet zo prettig en probeerden van deze dieren af te komen. Als dat niet goedschiks ging dan maar kwaadschiks. Dood aan de muis, zo lijkt het wel.
Maar tussen doden en doden zit wel een groot verschil. Nu kennen we de muizenvallen die meteen korte metten maken met het kleine beestje maar in het verleden bouwde men iets andere vallen. Twee ‘leuke’ vallen staan in de schuur opgesteld en hoeven hun moorddadig werk niet meer te doen. Ze zijn echter prachtige voorbeelden van huisvlijt.
Nemen we de ene foto dan zien we een hokje dat aan de ene zijde open gehouden wordt maar met een schuifje gesloten kan worden nadat de binnengeslopen muis aan iets lekkers gezeten heeft en daarmee de verbinding verbroken heeft; aan de andere kant enkele tralies. Men bouwde het zo dat je kon zien dat een muis binnen gekomen was. Waren beide hokjes gevuld met een angstig piepende muis die geen kant meer op kon, dan zette men het geheel 10 minuten in een emmer water en weer was de aarde 2 muizen kwijt. Bij het andere model hing boven iets lekkers een zwaar houten blok. Kwam de muis aan dit lekkers dan verstoorde het daarmee een wankel evenwicht en het blok viel omlaag op de arme muis. Aan de beide korte zijden waren nog enkele scherpe spijkerpunten zichtbaar zodat hij ook niet meer kon ontsnappen of waar hij bij zo’n poging aan vast bleef zitten. Daarna was het voor de vallenzetter een koud kunstje om de muis snel te doden.
Als deze uitleg voor U toch te onduidelijk is nodigen wij U uit om op een eerste of derde zondagmiddag tussen april en oktober tussen 14.00 en 16.30 uur langs te komen zodat U het zelf kunt zien. U bent weer van harte welkom. Contact via conservator@heemkundekring-goirle.nl.
Gerrit van Heeswijk, heemkundekring Goirle.